Arie Kreule, jurist bij VvAA, gespecialiseerd in ondernemingsrecht, staat klaar om de parallelsessie 'Wtza: wat moet nu nog wel?' te leiden op 9 december 2023 bij Mondzorgpraktijk Anno Nu. De overheid heeft samen met de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) de verplichting ingevoerd om een jaarverantwoording openbaar te maken. Minister Helder (VWS) heeft in juli op de pauzeknop gedrukt voor deze verplichting bij zorgaanbieders die al in 2022 actief waren. Kreule benadrukt dat het overgangsrecht op 1 januari 2024 al afloopt.
De Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) trad in werking op 1 januari 2022 en heeft een groot deel van de Wet Toelating Zorginstellingen (Wtzi) vervangen. De nieuwe wet omvat verschillende onderdelen als: meldplicht, vergunningsplicht, voorschriften voor intern toezicht en via de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), de openbare jaarverantwoording.
Wat is uw kernboodschap bij de sessie op 9 december?
Arie Kreule: 'De overheid wil de toezichtsmogelijkheden verbeteren en het bewustzijn omtrent de kwaliteit van zorg onder zorgverleners vergroten. De wetgever wil ook stimuleren dat zorgaanbieders zich bewust zijn van hun professionele verantwoordelijkheden voordat ze een praktijk beginnen. Voor grotere praktijken is de instelling van een intern toezichthoudend orgaan bedoeld om het bestuur te versterken. Bovendien streeft de overheid naar een openbare jaarverantwoording voor bijna alle zorgaanbieders, zodat transparant wordt hoe de collectieve middelen worden besteed.’
‘Een opmerkelijke ontwikkeling is dat minister Helder op 5 juli 2023, in reactie op signalen uit het veld, tijdens een commissiedebat in de Tweede Kamer heeft besloten de pauzeknop in te drukken voor de openbare jaarverantwoording. Dit betekent dat bestaande eerstelijnszorgaanbieders voorlopig niet verplicht zijn om de jaarverantwoording over de boekjaren 2022 en 2023 openbaar te maken.’
Wat is het belang van het thema voor praktijkhouders?
‘Tot 1 januari 2022 konden zorgaanbieders een praktijk starten zonder voorafgaande controle door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over de kwaliteit van zorg. Met de invoering van de Wtza is dit veranderd, waardoor de IGJ meer nadruk kan leggen op preventie en vroegtijdig kan ingrijpen voordat een zorgaanbieder daadwerkelijk een praktijk begint. Dit kan ook leiden tot minder onaangekondigde inspectiebezoeken aan bestaande praktijken.’
Hoe gaan praktijkhouders op dit moment om met de Wtza?â¯
‘Dat verschilt nogal. In 2022 bleek dat een groot deel van de zorgverleners nauwelijks bekend was met de Wtza. Velen zien echter de waarde van de Wtza en de doelstellingen die aan de wet ten grondslag liggen. Voor zorgaanbieders die al een praktijk hadden vóór de invoering van de Wtza, wordt het vaak beschouwd als een extra administratieve last. Zij hebben echter de optie om gebruik te maken van het ruime overgangsrecht, dat loopt tot 1 januari 2024. Hierdoor hebben ze de tijd om, indien nodig, een Wtza-vergunning aan te vragen en/of een toezichthoudend orgaan in te stellen.’
Wat levert deelname aan deze parallelsessie de deelnemers praktisch op?
‘Ondanks de tijdelijke stop op de jaarverantwoording leren deelnemers welke verplichtingen uit de wet op korte termijn relevant zijn voor hun praktijk en hoe ze hier op de meest praktische manier mee om kunnen gaan. Essentieel is dat het overgangsrecht van de Wtza afloopt op 1 januari 2024.’
Parallelsessie ‘Wtza: wat moet nu nog wel?’
De meeste zorgaanbieders hebben inmiddels voldaan aan de meldplicht van de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). De minister drukte voor de jaarverantwoording deze zomer 'de pauzeknop' in voor het grootste deel van de eerstelijn. Wat blijft er over? Grotere praktijken moeten, afhankelijk van het aantal zorgverleners, in 2023 een vergunning aanvragen en intern toezicht regelen. En voor praktijken gestart na 2022 ligt het nog wat genuanceerder. Arie Kreule zet alle zaken voor u op een rijtje tijdens de praktische ingestoken parallelsessie 'Wtza: wat moet nu nog wel?'. Door Arie Kreule.